Joseph Schumpeter
Het jaar 1883 was een gedenkwaardig jaar voor de geschiedenis van het economisch denken. Het was het sterfjaar van Karl Marx en het jaar waarin twee nieuwe economen het levenslicht zagen: John Maynard Keynes en Joseph Alois Schumpeter.
Joseph Schumpeter werd geboren in Wenen, toen nog de hoofdstad van de grote Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Het was de stad waar Freud leefde en werkte, waar de schrijver Stefan Zweig zijn jeugd doorbracht en waar de muziek van de gebroeders Strauss ten gehore werd gebracht. De familie Schumpeter maakte er deel uit van de aristocratie en heel zijn leven is Joseph de zwierige Oostenrijkse gentleman gebleven.
Na zijn rechtenstudie begon hij zich voor economie te interesseren. Hij verbaasde de wetenschappelijke wereld door al jong enkele briljante boeken te schrijven. Zo schreef hij op 25-jarige leeftijd Das Wesen und der Hauptinhalt der theoretischen Nationalökonomie. Vier jaar later verscheen Theorie der wirtschaftlichen Entwicklung . Schumpeters naam was gemaakt en hij werd hoogleraar economie in het Oostenrijkse Graz.
Twee zaken waarvoor hij zich bijzonder interesseerde en waaraan hij dagelijks tijd besteedde, waren Griekse literatuur en wiskunde. Hij was een groot voorstander van het gebruik van wiskunde bij de beoefening van de economische theorie. Zoals hij zelf zei dat ‘wenn man überhaupt Theorie betreiben will, man das so exakt wie möglich tun müsse.’ Vreemd genoeg gebruikte Schumpeter zelf vrijwel geen wiskunde in zijn boeken en artikelen.
Na een wetenschappelijke carrière wilde Joseph Schumpeter zijn ideeën in praktijk brengen. Dat ging hem niet best af. In 1919 werd hij minister van Financiën van Oostenrijk. Hij had echter weinig gevoel voor politieke verhoudingen en trad na negen maanden af. Daarna probeerde hij het in het bedrijfsleven. Hij kreeg de leiding over de Wiener Privat Bank aangeboden. Dit arme instituut ging echter in 1924 failliet. En passant verloor Schumpeter zijn gehele privévermogen en zuchtte nog vele jaren onder de schuldenlast.
Hij keerde weer terug naar de wetenschap, eerst in Bonn, later, vanaf 1932, aan de Amerikaanse Harvard Universiteit. Het is hier dat hij zijn drie beroemdste boeken heeft geschreven: Business Cycles (1939), Capitalism, Socialism and Democracy (1943) en History of Economic Analysis . De uitgave van dit laatste boek heeft Schumpeter zelf niet meer meegemaakt. Het werd in 1954 uitgegeven door zijn vrouw, Elizabeth Boody Schumpeter.
Joseph Schumpeter heeft zich met heel wat onderwerpen bezig gehouden. Bekend is zijn theorie over de rol van de innovaties en daarmee samenhangend die van de ondernemer. Zijn theorie over de golfbewegingen is vervolgens van zijn innovatietheorie afgeleid. Maar wellicht het bekendst is hij geworden door zijn ideeën over het einde van het kapitalisme. “Kan het kapitalisme overleven?”, zo vraagt hij zich in Capitalism, Socialism and Democracy af. Om direct daarna te antwoorden: “Nee, dat geloof ik niet.” Karl Marx zou dat antwoord ook gegeven hebben, maar er was een levensgroot verschil tussen hun beider opvattingen. Volgens Marx zou het kapitalisme steeds verder verzwakken en in een revolutie ten onder gaan. Schumpeter geloofde dat het kapitalisme buitengewoon succesvol was, maar niettemin zijn langste tijd had gehad. Zo zag hij de drijvende kracht achter het kapitalisme, de ondernemer, steeds meer plaats maken voor de bureaucratische manager. Verder zou het kapitalisme uiteindelijk de steun van de intellectuelen gaan verliezen. Uiteindelijk zag hij toch, net als Marx, een soort centraal geleide economie opdoemen; maar Schumpeter had geen revolutie nodig.
Schumpeter stierf in 1950 als een wat gelaten man, die op een afstand zijn geliefde Europa in de Tweede Wereldoorlog ten onder had zien gaan. Op een gedenksteen bij de Harvard Universiteit staat te lezen: “Hoewel hij zeer kosmopolitisch was, hebben de vroege ervaringen in Wenen hem nooit echt verlaten. Hij bleef tot het einde de gecultiveerde Oostenrijkse heer van de oude school.”
(Bron: Gorter, G.F. , Het tijdschrift voor het economisch onderwijs, VECON)