Transactie betekent ruil (indirecte of directie ruil). De verbanden waarbinnen transacties tot stand komen, kunnen heel verschillend zijn: twee partijen op een markt, werknemer en directeur binnen een bedrijf, ambtenaren en leidinggevenden binnen een overheidsinstelling, de verhouding tussen politiek en ambtenarij, de verhouding tussen overheid en burgers; in alle gevallen willen de betrokken partijen over en weer wat van elkaar.
Een transactie kan gepaard gaan met een uitvoerig contract, maar kan ook gebaseerd zijn op een onuitgesproken verwachting dat de andere partij nu of in de toekomst iets terug zal doen of geven (impliciet contract). (Bron: C.A. Hazeu, Institutionele economie. Een optiek op organisatie- en sturingsvraagstukken, Bussum: Coutinho, tweede bijdruk 2014)