Economie

Bruto participatiegraad

Bruto participatiegraad

Onder de bruto participatiegraad worden alle mensen tussen de 15 en 75 jaar verstaan die een baan hebben, of een baan zoeken, uitgedrukt in procenten van het totaal aantal mensen tussen de 15 en 75 jaar. Anders gezegd is de participatiegraad de beroepsbevolking uitgedrukt in procenten van de beroepsgeschikte bevolking. De bruto participatiegraad geeft inzicht in het percentage mensen dat deelneemt, of deel wil nemen, aan het arbeidsproces. Wanneer er sprake is van een lage bruto participatiegraad, willen of kunnen veel mensen niet werken.

Participatiegraad

Participatiegraad

De bruto participatiegraad wordt ook wel arbeidsparticipatie of deelnemingspercentage genoemd. Wanneer in het nieuws over participatiegraad wordt gesproken, wordt vrijwel altijd de bruto participatiegraad bedoeld.

Onder de netto participatiegraad wordt de werkzame beroepsbevolking uitgedrukt in procenten van de beroepsgeschikte bevolking verstaan. De werkloze beroepsbevolking (werkzoekenden tussen de 15 en 75 jaar) worden in de netto-berekening niet meegenomen als participanten/deelnemers op de arbeidsmarkt. Deze berekening geeft daarom een reëler beeld van het percentage deelnemers dat daadwerkelijk is ingezet in het arbeidsproces.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) houdt nauwkeurig bij wat de bruto en netto participatiegraad van Nederland is. Vanaf 2001 lag de bruto participatiegraad tussen de 66 en 72%. Voor de mannelijke populatie lag het percentage vanaf 2001 tot heden rond de 78%. Bij de vrouwelijke populatie steeg het percentage van 51,7% in 2001 naar 59,9% in 2013. Een actueel overzicht vind je op Statline, de databank van het CBS. Op Eurostat, de databank van de Europese Unie (EU), staan onder het kopje ‘Statistics > Statistics A-Z > Labour Force Survey‘ uitgebreide cijfers voor de arbeidsparticipatie in heel Europa.