Iemand ontvangt pensioen als gevolg van ouderdom, overlijden van een partner of arbeidsongeschiktheid. Pensioen is daarmee de verzamelnaam voor een uitkering die als vervanging dient voor het eerder verkregen inkomen. Een pensioenuitkering wordt in de meeste gevallen maandelijks uitgekeerd. De uitkering stopt automatisch als iemand overlijdt.
Ouderdom
In Nederland ontvangt iedereen, na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, een AOW-uitkering. AOW staat voor Algemene Ouderdomswet. De AOW is het basispensioen voor ouderen en heeft een hoogte van 70% van het minimumloon.
Bovenop de AOW ontvangen veel mensen een aanvullend pensioen. De mensen met een aanvullende pensioenuitkering hebben ervoor gespaard. Hoe langer en meer men spaart, hoe hoger de pensioenopbouw. In veel gevallen is het opbouwen van pensioen verplicht voor werknemers. Deze verplichting staat vastgelegd in de CAO waar de werknemer onder valt. Iemand die bijvoorbeeld in het onderwijs of bij de overheid werkt, bouwt verplicht pensioen op bij het ABP.
Nabestaanden
Als een partner komt te overlijden en de overledene heeft pensioen opgebouwd, dan maakt de weduwe of weduwnaar aanspraak op nabestaandenpensioen. Dit wordt ook wel partnerpensioen genoemd. Wanneer beide ouders overlijden, krijgen de wezen een wezenpensioen.
Invaliditeit
Iemand ontvangt invaliditeitspensioen als hij door omstandigheden niet meer kan werken. Wanneer iemand arbeidsongeschikt raakt, maakt hij aanspraak op een arbeidsongeschiktheidspensioen. Beide uitkeringen zijn meestal een aanvulling op de WAO-uitkering. Deze aanvullende uitkeringen stoppen als iemand de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.