Realisatiewaarde
Op de balans van een onderneming staan aan de debetzijde alle activa, zoals gebouwen, machines en voorraad goederen. Deze balansposten staan tegen boekwaarde op de balans vermeld. De boekwaarde is in de meeste gevallen de historische aanschafwaarde, oftewel de prijs die de onderneming voor de activa heeft betaald. Soms wordt een balans opgesteld op basis van de realisatiewaarde. De realisatiewaarde geeft de waarde van de activa weer als ze op dat moment zouden worden verkocht.
De realisatiewaarde is de prijs die een potentiële koper op dat moment voor een goed wil betalen en geeft een indicatie van de huidige marktwaarde. Een gebouw kan in de loop der jaren meer waard zijn als gevolg van de stijging van vastgoedprijzen. Een machine is een paar jaar later waarschijnlijk minder waard als gevolg van slijtage.
Definitie
Waardering van een actief tegen de huidige marktwaarde (verkoopwaarde).
Uitleg
Bij het opstellen van de jaarrekening wordt er vanuit gegaan dat de onderneming nog jaren blijft bestaan. Dit uitgangspunt wordt het continuïteitsbeginsel genoemd. Op basis van het continuïteitsbeginsel hoeven de activa niet tegen realisatiewaarde op de balans te worden vermeld.
Wanneer de onderneming de jaarlijkse balans tegen realisatiewaardes op zou stellen, moet ieder jaar een herwaardering van de activa plaatsvinden. De gebouwen moeten worden getaxeerd en er moet ieder jaar opnieuw worden vastgesteld wat de marktwaarde van de machines, goederenvoorraad en transportmiddelen is. Dit is tijdrovend en duur. Daarnaast is de realisatiewaarde nooit 100% waarheidsgetrouw. Het is slechts een inschatting van wat een potentiële koper voor het gebouw of de machine wil betalen. Of de onderneming dit bedrag bij verkoop daadwerkelijk krijgt, is maar de vraag.
Een balans op basis van realisatiewaarde is dus niet alleen tijdrovend, maar ook subjectief. Bij continuering van de onderneming is het zuiverder en praktischer om de boekwaarde te hanteren en uit te gaan van jaarlijkse boekhoudkundige afschrijvingen.
Soms is het noodzakelijk om een jaarrekening op basis van realisatiewaardes op te stellen. Waarom dat zo is, wordt in de volgende twee paragrafen uitgelegd.
Liquidatie en realisatiewaarde
Een onderneming kan failliet gaan, worden beëindigd of verkocht. Bij de eerste twee is sprake van opheffing (liquidatie) door de huidige eigenaar(s). Bij de laatste is sprake van voortzetting door een andere eigenaar. Wanneer een onderneming wordt stopgezet of verkocht, is een curator of koper niet geïnteresseerd in de boekwaarde. Zij willen weten wat de geschatte werkelijke waarde is. In dat geval wordt een balans op basis van realisatiewaarde opgesteld.
Een curator kan op basis van de realisatiewaarde beter bepalen hoeveel geld er binnenkomt uit de executieverkoop. Zo kan de curator een inschatting maken of alle openstaande schulden kunnen worden afgelost aan de schuldeisers. De balans die wordt opgesteld bij faillissement heet een liquidatiebalans. De realisatiewaarde (verkoopwaarde bij gebruiksbeëindiging) is dan gelijk aan de liquidatiewaarde (verkoopwaarde bij discontinuïteit).
Iemand die het bedrijf wil overkopen kan op basis van de realisatiewaarde bepalen welke prijs hij voor de aanwezige activa wil betalen. Overigens is de huidige eigenaar geneigd om de realisatiewaarde hoger in te schatten om een hogere verkoopprijs voor zijn bedrijf te krijgen.
Financiering en realisatiewaarde
Een onderneming sluit in veel gevallen een lening bij een bank af als ze nieuwe machines of andere kapitaalgoederen wil aanschaffen. Om in aanmerking te komen voor een zakelijke lening wil de bank weten hoeveel risico ze lopen. Het is belangrijk dat de onderneming op de korte en lange termijn financieel gezond blijft om de lening af te kunnen lossen. Om dit te bepalen moet de onderneming zijn financiële gegevens laten zien.
Ook hier is de realisatiewaarde interessanter dan de boekwaarde. Op basis van een inschatting van de realisatiewaarde kan de bank beter bepalen of ze het uitgeleende geld terugkrijgen wanneer de onderneming failliet gaat. De bank berekent op basis van de realisatiewaarde de solvabiliteit uit. Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen. Deze berekening geeft een indicatie van de financiële gezondheid van de onderneming.
Realisatiewaarde = boekwaarde
In de inleiding staat dat de boekwaarde in de meeste gevallen afwijkt van de realisatiewaarde. Dit is niet altijd het geval. De boekwaarde van liquide middelen, zoals kas- en bankgeld, is vrijwel altijd gelijk aan de realisatiewaarde. € 100 is immers € 100 waard. Ook gebouwen, machines en goederenvoorraden kunnen bij verkoop natuurlijk net zoveel opbrengen als de boekhoudkundige waarde op de balans. De kans dat de prijs net iets hoger of lager is, blijft natuurlijk groter.