Alternatief aanwendbare middelen
Alternatief aanwendbare middelen zijn middelen die kunnen worden gebruikt om er verschillende doeleinden mee na te streven. Geld is een voorbeeld van een middel dat je op verschillende manieren in kunt zetten. Koop je bijvoorbeeld nieuwe kleding of ga je op vakantie? Geld kun je dus alternatief (op verschillende manieren) aanwenden (uitgeven of investeren).
Bij alternatief aanwendbare middelen geldt dat je maar één keuze kunt maken. Besteed je je tijd aan sporten of aan televisie kijken? Investeer je je geld in aandelen of geef je het uit? Zet je je kennis in als accountant of als beleggingsadviseur? Gebruik je je moestuin om aardappels of aardbeien te verbouwen? Gebruik je je oven vanavond om lasagne of zuurkoolschotel te maken? Bij deze vragen draait het om het spanningsveld tussen je behoeften die “oneindig” zijn en de middelen die schaars zijn.
Het alternatief aanwenden van middelen geldt voor zowel personen als bedrijven. De productiefactoren kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap zijn allemaal middelen die alternatief aanwendbaar zijn. De keuzes die worden gemaakt in de verdeling van productiefactoren over de mogelijkheden wordt de allocatie van middelen genoemd. Een werknemer kun je namelijk maar op één opdracht tegelijkertijd inzetten en de machine die je hebt, kun je op dat moment maar één bepaald goed laten produceren. In de economie en in het leven draait dus alles om het maken van keuzes. Hoe bewust ben jij je van het aanwenden van jouw middelen?