Organisaties berekenen liquiditeit om erachter te komen of ze voldoende geld in kas en op hun bankrekening(en) hebben om hun schulden op korte termijn (een jaar) te kunnen betalen. Een onderneming is liquide wanneer ze in staat is om alle lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen, zoals openstaande rekeningen, belastingen en rente over kortlopende leningen. Om een inschatting van de liquiditeit over een bepaalde periode te maken wordt een liquiteitsbegroting opgesteld.
De liquiditeit kan op verschillende manieren worden berekend. De uitkomsten van deze verschillende berekeningen worden liquiditeitsratio’s of liquiditeitskengetallen genoemd. In dit artikel worden het werkkapitaal, de current ratio, quick ratio en kasliquiditeit uitgelegd. Deze berekeningen hebben hetzelfde doel, maar de benadering en berekeningswijze is net iets anders.
Definitie
De liquiditeit geeft aan of een organisatie in staat is om op korte termijn aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. De belangrijkste reden om de liquiditeit te berekenen is om een organisatie inzicht te geven of het over voldoende liquide middelen beschikt om al haar kortlopende schulden te betalen.
Redenen
Waarom worden liquiditeitsratio’s berekend? De volgende organisaties kunnen geïnteresseerd zijn in het liquiditeitscijfer van een onderneming:
- De onderneming zelf
De onderneming wil graag weten of ze hun rekeningen kunnen betalen. De boekhouder bekijkt of de liquiditeit de afgelopen tijd beter of slechter is geworden. Wanneer die slechter is geworden, moet worden bekeken welke maatregelen er worden getroffen om de liquiditeitspositie te verbeteren. Zo kan het plafond van een rekening courant worden verhoogd of kan extra aandacht worden besteed aan de verkoop en facturering op korte termijn. - Financiële instellingen
Banken en andere kredietverstrekkers willen vaak de liquiditeit van een onderneming kennen voor ze een lening verstrekken. De reden is dat de kredietverlener wil weten of de onderneming in staat is om de rente en aflossing te kunnen betalen. Vaak willen ze ook inzage in de solvabiliteit of debt ratio. Bij deze ratio’s wordt namelijk ook gekeken of de onderneming aan de betalings- en aflossingsverplichtingen op de lange termijn kan voldoen. - Leveranciers
Bij de levering op rekening van grote partijen kan een leverancier vragen naar inzage in de financiële kengetallen. Een leverancier heeft op basis van een goede liquiditeitsprognose meer zekerheid of de geleverde goederen op korte termijn worden betaald. - Beleggers
Beleggers kijken in veel gevallen uitgebreid naar de financiële gezondheid van een onderneming. Een belegger kijkt vooral naar de liquiditeitscijfers om een te kunnen voorspellen of de onderneming in staat is dividend uit te keren.
Berekenen
Werkkapitaal
Een onderneming wil graag weten of ze voldoende (financiële) middelen in huis hebben om hun rekeningen op korte termijn te kunnen betalen. Het werkkapitaal geeft aan met welk deel van het vermogen in het bedrijf kan worden “gewerkt“, dus het deel van het vermogen dat liquide (snel inzetbaar) is. Er zit namelijk ook vermogen in het bedrijf waarmee niet op korte termijn betalingen kunnen worden gedaan. Sterker nog, bij de meeste organisaties is het grootste deel van het vermogen niet direct inzetbaar. Een akkerbouwer heeft bijvoorbeeld machines en grond om graan of aardappels op te kunnen verbouwen. Stel voor dat de waarde van de machines en grond € 2000.000 euro is. Met dit vermogen kunnen geen rekeningen worden betaald. Want de akkerbouwer moet dan eerst een tractor of een hectare grond verkopen voordat hij zijn elektriciteitsrekening of belasting kan betalen. Vermogen dat vast zit in het bedrijf is het lang vreemd vermogen en eigen vermogen.
Wat wel onder het werkkapitaal valt is het geld dat op de bankrekening staat en de voorraad goederen die op korte termijn wordt verkocht. Denk hierbij aan de geoogste voorraad graan of aardappels die binnenkort naar fabrieken gaan voor verwerking. Alle middelen die korte tijd in een onderneming aanwezig zijn worden vlottende activa en liquide middelen genoemd.
Het werkkapitaal wordt als volgt berekend:
Een andere berekeningswijze, die op precies hetzelfde neerkomt, is:
Een organisatie is liquide als de uitkomst van de berekening positief is. Is het getal negatief, dan is de organisatie illiquide. Hieronder staat een voorbeeld van een berekening op basis van de boekhoudkundige balans van een onderneming.
De uitkomst van de berekening is altijd een absoluut bedrag. In dit voorbeeld is de uitkomst € 5.000. Hieruit valt niet af te leiden of € 5.000 voor deze onderneming veel of weinig is. Wanneer er regelmatig rekeningen van € 10.000 of meer worden betaald, is het werkkapitaal te laag. Om die reden werken veel ondernemingen liever met een relatief getal, ook wel kengetal genoemd. De current ratio is daar een voorbeeld van.
Current ratio
De meest gebruikte methode om de liquiditeit te berekenen is de current ratio. In tegenstelling tot het werkkapitaal is de current ratio een relatief getal. Het voordeel hiervan is dat de uitkomst van de berekening gebruikt kan worden om met andere ondernemingen te vergelijken. Omdat de current ratio door heel veel organisaties wordt gebruikt is er door de jaren heen een vuistregel ontstaan. De vuistregel is dat een current ratio van 2 (of hoger) goed is, hoewel een liquiditeitspositie van 1,5 ook al goed is te noemen. Bij 2 of hoger is de organisatie in elk geval absoluut veilig.
De formule van current ratio is:
Afgekort ziet de formule er zo uit:
Hieronder staat een voorbeeld van de berekening van current ratio op basis van dezelfde balans als waarmee het werkkapitaal is berekend.
De current ratio is in dit voorbeeld 1,03. Dat is onder de norm. Hoewel er nog altijd meer vlottende activa en liquide middelen aanwezig zijn dan kort vreemd vermogen (anders zou de uitkomst lager zijn dan 1) is een liquiditeit van 1,03 voor veel organisaties zorgwekkend. De kans dat er een paar grote betalingen komen en de organisatie een te kort aan financiële middelen heeft is groot.
Voor een uitgebreide toelichting en voorbeelden van dit kengetal wordt doorverwezen naar het artikel over current ratio.
Quick ratio
De quick ratio lijkt veel op de current ratio. Er is één verschil. In de berekening van quick ratio wordt de voorraad goederen (onderdeel van vlottende activa) niet meegenomen in de berekening. Hiervoor zijn twee redenen. De eerste reden is dat voorraden minder snel worden verkocht. De tweede reden is dat de voorraad kan bederven of uit de mode raakt en helemaal niet wordt verkocht. De voorraad wordt in beide gevallen niet snel omgezet in liquide middelen. Daarom kiezen organisaties om de voorraad niet mee te nemen in de berekening van de liquiditeit.
De organisatie bepaalt zelf of ze kiest voor de quick of current ratio. Een groente- of vleeshandel met bederfelijke producten kiest waarschijnlijk voor de quick ratio. Hun voorraad is binnen twee dagen bedorven en moet daarom in één dag worden omgezet in kas- of bankgeld. Ook een horlogewinkel met exclusieve antieke horloges, waarvan de handelaar er maar een paar per jaar verkoopt, en een voorraad heeft van meer dan bijvoorbeeld € 1.000.000 zal de voorraad goederen niet meenemen in de liquiditeitsberekening. De kans dat hij de voorraad van € 1.000.000 in korte tijd omzet in liquide middelen is klein. Door te kiezen voor quick ratio is de uitkomst voor deze ondernemers zuiverder.
De formule van quick ratio is:
Als afkorting ziet de berekening er zo uit:
Hieronder volgt dezelfde balans op basis waarvan ook het werkkapitaal en de current ratio is berekend. Dit keer met de formule van quick ratio.
Een quick ratio van 0,43 is laag. De liquiditeit moet op basis van deze berekening minstens 1 zijn. 1 of meer is een veilige norm voor de quick ratio. De voorraad goederen van € 88.000 maakt een groot deel van de vlottende activa uit. Door dit bedrag van het totaal aan vlottende activa af te trekken blijkt voor deze onderneming de liquiditeit zeer zorgwekkend. Het is van belang de goederenvoorraad snel om te zetten in een verkoop.
Voor een uitgebreide uitleg en voorbeelden van dit kengetal wordt doorverwezen naar het artikel over quick ratio.
Liquiditeitsbegroting
De berekening van liquiditeit is altijd een momentopname. In de hierboven gegeven voorbeelden wordt de liquiditeitspositie van 1 mei 2015 weergegeven. Een paar weken later kan de liquiditeit er heel anders uitzien. In de tussentijd zijn nieuwe orders binnengekomen en is de goederenvoorraad toe- of afgenomen. Ondernemen is vooruitzien. Daarom stellen ondernemers een liquiditeitsbegroting op. Zo’n begroting geeft een inschatting van alle in- en uitgaande geldstromen. Een liquiditeitsbegroting geeft een prognose van de inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode.