Current ratio
Ondernemingen willen niet voor de verrassing komen te staan dat ze hun rekeningen niet meer kunnen betalen. Daarom houden ze altijd nauwlettend in de gaten of er voldoende geld op de bank staat (of in hun contante kas zit) waarmee ze op korte termijn betalingen kunnen doen. Een manier om dit in de gaten te houden is door het berekenen van de current ratio.
De current ratio is een maatstaf voor het vaststellen van de liquiditeit van een onderneming. Liquiditeit geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is op korte termijn haar schulden te kunnen voldoen. Op basis van de uitkomst van de current ratio wordt de liquiditeitspositie bepaald. Met schulden op korte termijn worden o.a. belastingschulden, crediteuren en schulden op de rekening courant bedoeld. Onder ‘korte termijn’ worden rekeningen verstaan die nog tijdens het lopende boekjaar worden betaald.
In dit artikel wordt uitgelegd hoe de current ratio wordt berekend, voorbeelden gegeven en uitgelegd wat het verschil is tussen de current en de quick ratio. Voor een overzicht van alle liquiditeitsratio’s wordt verwezen naar het artikel liquiditeit.
Definitie
De current ratio is de verhouding tussen de vlottende activa (inclusief liquide middelen) en het kort vreemd vermogen. De uitkomst van de berekening is een kengetal dat een indicatie geeft van de mate van liquiditeit van een organisatie.
Verschillende ratio’s
Er zijn verschillende manieren om de liquiditeit te berekenen. De current ratio is de meest gebruikte maatstaf en wordt daarom ook wel de algemene liquiditeitsratio genoemd. Andere veel gebruikte maatstaven zijn de quick ratio en de kasliquiditeit. Deze drie hebben gemeen dat de uitkomst een relatief getal is. Ook de absolute waarde van snel inzetbare financiële middelen kan worden berekend aan de van het werkkapitaal.
Current ratio berekenen
De current ratio wordt berekend aan de hand van een balans. Houd er rekening mee dat de uitkomst altijd een momentopname is. Morgen is de current ratio weer anders. Waarschijnlijk zijn er automatisch bij- of afschrijvingen gedaan. Dit kunnen telefoonkosten, incasso’s van verzekeringen, huur of rentebetalingen zijn. Ook kan een debiteur zijn rekening hebben betaald, zodat een bijschrijving op de lopende rekening is gedaan.
De current ratio formule is:
In deze formule worden liquide middelen apart genoemd. Eigenlijk vallen de liquide middelen onder vlottende activa, maar op de meeste boekhoudkundige balansen worden de liquide middelen apart van de vlottende activa vermeld.
Vlottende activa zijn:
- goederenvoorraad
- debiteuren (vorderingen bij derden)
- effecten (aandelen, obligaties en opties)
Liquide middelen zijn:
- geld op de bank (giraal geld)
- geld in kas, is contact geld (chartaal geld)
Kort vreemd vermogen is:
- Bankkrediet (rekening courant of kortlopend krediet)
- Leverancierskrediet
- Huurkoop
- Belastingen
- Koop op afbetaling
De afkorting van vlottende activa is VLA. De afkorting van liquide middelen is LA (liquide activa) en van kort vreemd vermogen is KVV. De formule van current ratio in afkortingen is dan als volgt:
Hieronder staat een voorbeeld van een berekening aan de hand van een liquiditeitsbalans van een onderneming.
Current ratio norm
Hoe hoger de current ratio, hoe beter de liquiditeitspositie is meestal de stelregel. Als de uitkomst lager is dan 1, betekent het dat er meer kort vreemd vermogen dan vlottende activa in de onderneming aanwezig zijn. Een current ratio lager dan 1 is daarom niet wenselijk. Voor een onderneming is het op dat moment moeilijk om kortlopende schulden te betalen met de aanwezige bank- en kasgelden. Het verschilt per bedrijfstak wat een acceptabele ratio is. In het algemeen geldt dat een organisatie een veilige liquiditeitspositie heeft bij een current ratio van 2 of hoger. Toch moeten ondernemingen oppassen met zo’n standaardnorm.
Veel financieel specialisten vinden een current ratio norm van 2 te hoog. De eerste reden is dat teveel vlottende activa in sommige branches helemaal niet nodig is. Wanneer een onderneming weet dat ze met een current ratio van 1,4 prima de salarissen, autolease, huur, energiekosten, crediteuren en kantoorbenodigdheden kan betalen, waarom zou de onderneming dan meer geld in huis hebben dan nodig is? Een overschot aan liquide middelen kan namelijk ook worden gebruikt om investeringen mee te doen die op lange termijn rendement opleveren. Dit maakt de current ratio wel lager, maar levert op de lange termijn meer op.
De tweede reden is dat voorraden onderdeel uitmaken van de berekening van de current ratio. Een grote voorraad is in de heersende gedachte van een current ratio van 2 of meer goed. Toch kan een te hoge voorraad slecht zijn voor de onderneming. De voorraad kan namelijk niet verkocht worden, omdat er geen vraag meer naar is (uit de mode, beschadigd of bedorven). En wat te denken van de opslagkosten van grote voorraden? Minder voorraad zorgt er misschien wel voor dat de current ratio lager is dan 2, maar de current ratio geeft geen enkele garantie dat de voorraad op korte termijn wordt verkocht (terwijl de current ratio dat wel suggereert).
Hieronder staat een tweede voorbeeld van een berekening, waarbij de liquiditeitspositie van de onderneming beter is dan in het eerste voorbeeld.